Het was vrij uniek in de afgelopen weken voor de schaakclub: er werden vrijdagavond geen externe wedstrijden gespeeld. Daardoor kon er eens een volle competitieronde plaatsvinden. Met sinterklaas achter de rug, of misschien nog in het verschiet, namen 28 spelers hun plaats in achter het bord in de hoop niet meer cadeautjes te geven dan ze van plan waren.
Het was de avond van de tweede partijen. Koploper Lensink kwam voor de tweede keer clubkampioen Krishnasing tegen. De partij ging lang gelijk op, nadat Lensink in de opening niet een directe manier tot voordeel had kunnen vinden. Hij had echter het idee comfortabel te kunnen spelen en na Krishnasing lang voor problemen van verschillende aard gesteld te hebben, kwam er in een gelijke stelling een fout. De tweede winst voor Lensink op Krishnasing dit seizoen.
Ook Losekoot en Duister troffen elkaar voor de tweede keer. Duister was in goede stemming nadat hij de koplorer in zijn vorige partij had verslagen. Desondanks leek Losekoot wel ergens voordeel te halen. Echter, doordat beide spelers in tijdnood kwamen kwam er uiteindelijk remise op het scoreformulier te staan. En dan mag Losekoot nog van geluk spreken.
Meijer en Timmerman hadden nog niet tegen elkaar gespeeld dit seizoen. Ondanks dat Meijer met de witte stukken speelde, moest hij gaan verdedigen. Dit ging met niet al te veel moeite en na niet al te lang kon hij zijn eigen aanval opzetten. De stelling bleef tweesnijdend, totdat Timmerman opeens een kwaliteit weg gaf. Daarna kon Meijer de partij uitspelen voor winst.
Keijzer stuitte weer op een sterke tegenstander. Brantjes speelde een prima opening en kwam al snel in de zwarte stelling binnen. Keijzer wist het verlies te beperken tot een paar pionnen, maar dit was al genoeg voor de zwartspeler om het punt binnen te halen.
Ondertussen had ook Wiegers een materiaalvoorsprong gehaald tegen Raudenbusch. De verslaggever dacht even dat het de andere kant op ging, maar er waren voldoende pionnen voor zwart om beslissend te zijn. Winst voor Wiegers die daarmee twee plekken stijgt.
Van Voorthuizen gebruikte zo weinig tijd tegen Michels, dat laatstgenoemde al snel onder de twintig minuten zat. Ook qua stelling bleef zwart onder druk staan. De witte aanval was misschien niet direct overtuigend, maar hij was voldoende voor het punt voor Van Voorthuizen.
De snelste partij van de avond werd gespeeld door Breukers en Van Brummelen. Laatsgenoemde had een onbekende opening in petto voor de witspeler, die daardoor na 15 zetten al concludeerde dat hij mat zou gaan. Thuis nog even goed bekijken.
In de partij tussen Boss en Schram leek een vrijpion belangrijk te gaan worden. Maar zelfs toen deze werd ingerekend hield Boss met wit een materiaalvoordeel. Dat hij deze niet kon verzilveren, mag hij aan de klok wijten. De eerste remise voor Schram dit seizoen.
Kruiswijk had lang de overhand tegen Koekkoek, maar de partij was wel heel snel voorbij toen hij de zwarte stukken vrij liet en pardoes ook een stuk weggaf. Ook stukverlies voor Heeringa, die door een penning al snel de hand mocht geven aan Van Lier. Een tegenvaller voor de jonge speler, die op zoek is naar zijn eerste punt sinds ronde 4.
Beekhuis begon al klagend aan zijn partij. Een schoolweek van 60 uur was echter niet terug te zien op zijn bord, waar hij solide naar een remise schoof tegen Van Klingeren. Andriessen won een paar pionnen tegen Meeuwissen en wist dan ook het punt te pakken. De witspeler is daarmee al 5 partijen lang ongeslagen en mag sterkere tegenstand gaan verwachten.
Vermulst kreeg tegen Bunschoten een sterk paard in de stelling en deze octopus bracht hem geluk. Hij kon de winst naar hem toetrekken. Tenslotte wist ook Lambrechts een punt te pakken. De stelling bleef lang spannend, ondanks dat wit een pion achter stond tegen Oldekamp, die een prima partij speelde. In het eindspel verdween er echter opeens een toren van het bord, waarmee de partij besloten was.
Resultaten Lensin k – Krishnasing 1-0 Duister – Losekoot ½-½ Meijer – Timmerman 1-0 Brantjes – Keijzer 1-0 Raudenbusch – Wiegers 0-1 Van Voorthuizen – Michels 1-0 Breukers – Van Brummelen 0-1 Boss – Schram ½-½ Kruiswijk – Koekkoek 0-1 Van Lier – Heeringa 1-0 Van Klingeren – Beekhuis ½-½ Andriessen – Meeuwissen 1-0 Vermulst – Bunschoten 1-0 Lambrechts – Oldekamp 1-0 Stand 1. Lensink 447 2. Losekoot 398 3. Meijer 388 4. Duister 370 5. Timmerman 299 6. Wiegers 294 7. Brantjes 285 8. Krishnasing 261 9. Van Brummelen 260 10. Van Voorthuizen 255
“…de stelling bleef tweesnijdend…”: knap taalgebruik, Daan! En alle partijen kort en pakkend samengevat. Petje af!
Dat is idd een mooi woord: “tweesnijdend” maar betekent in feite iets anders, namelijk: dubbelop snijdend. Het komt overigens uit de Bijbel. Op zich niks verkeerd mee natuurlijk. Ik denk dat Daan heeft bedoeld dat het beide kanten op kon gaan en scherp ook nog. Prima vergelijking.
Bij mijn verslag schrijf je: Thuis nog even kijken, dat heb ik gedaan.
Of bedoel je voor je zelf?
Wat ik ervan kon maken was: verlies voor Thur was onontkoombaar, ook al zou hij eerst nog een pion hebben gepakt met schaak. Zou alleen iets langer duren.
Ik dacht inderdaad aan het woord in die zin, maar het valt me na jouw opmerking pas op dat het een Bijbelse term is die ik heb ge-herinterpreteerd (als dat een woord is..)
Met thuis kijken bedoelde ik voor Thur ja 😉
Een tweesnijdend zwaard is toch een zwaard dat aan twee kanten scherp is? En figuurlijk: een dilemma, iets met voor- en nadelen. In schaaktermen wordt het vaker gebruikt in de betekenis zoals Daan die gebruikt: “A double-edged position”, een scherpe stelling die twee kanten op kan gaan.