2006

E-team plaatst zich voor NK!

Door een zeer goede 2e plaats bij het regionale SGS kampioenschap in Bussum is door het E-team een plaats afgedwongen voor het Nederlands Kampioenschap binnenkort in Hoorn.


In dit toernooi voor spelers tot en met 10 jaar haalde het Baarnse schaakteam, met op de borden 1 tot en met 4 achtereenvolgens Tijs Aarsen, Stefan Casteleijn, Niek Kabel en Tycho Boas, uit de 7 gespeelde partijen 5 overwinningen met in totaal dus 10 winstpunten en 18,5 bordpunten.

In de 1e ronde werd gelijk al een belangrijke overwinning (2,5-1,5) behaald op mede medaille concurrent BSG van de thuis spelende club uit Bussum, waarna in de 2e ronde het zwakke 4e team van Domtoren Utrecht (die uiteindelijk verrassend 4e werden) eenvoudig werd verslagen (3-1).

In de 3e ronde werd net en misschien een beetje onnodig verloren van Hoogland (2,5-3,5), waarna in de 4e ronde het nog ongeslagen 1e team van Domtoren Utrecht een maatje te groot was (0,5-3,5), waarbij de remise Tijs het eerste (bord)punt verlies van Domtoren was.


Mede gesteund door de coaching van Pascal Losekoot werden de tegenstanders in de drie laatste wedstrijden bijna letterlijk van de borden gespeeld (4-0 , 3-1 en 4-0).

Daar Hoogland nog winstpartijen liet liggen werd uiteindelijk verrassend zelfs het zilver gehaald achter het sterke 1e team van Domtoren Utrecht maar nog voor Hoogland.

Mede door het goed presteren van alle spelers kon kopman Tijs Aarsen (met 5,5 bordpunten) de beker, en voor alle spelers een medaille, in ontvangst nemen.

Tevens ontving Stefan Casteleijn als beste bord 2 speler (met 5 bordpunten) nog een individuele prijs.

Niek Kabel toonde mentale veerkracht door na 4 nederlagen met gestrekte rug gewoon de laatste 3 partijen te winnen.

Debutant Tycho Boas (net als Tijs nog een F-speler) deed in zijn eerste toernooi met 5 bordpunten gelijk van zich spreken.





Als beloning voor dit goede presteren zal het Baarnse schaakteam op 12 mei in Hoorn tegenstand moeten gaan bieden aan de beste E-teams van Nederland. Een eer op zich.Verslag en eindstand—Bert Aarsen