Op vrijdag 11 februari ging de externe competitie weer van start en de BSV had een sterke tegenstander uit Soest tegenover zich. Baarn heeft het lastig gehad bij eerdere wedstrijden in het seizoen, maar die vrijdag was het raak! De eerste overwinning in de competitie met een score van 4-2.
Bord 1 René Molenaar- Rogier Burger 0-1
De momentele nummer 1 van de competitie mocht het opnemen tegen de nummer 1 van de competitie in soest. Wit opende met een Vienna, die veranderde in een andere volgorde van het koningsgambiet. Burger koos voor directe stukwinst in een variant die erg scherp is en precies gespeeld dient te worden. Wit liet dit toe, en kreeg veel meer activiteit. Gelukkig kende Burger deze variant, maar niet al te diep. Hij moest veel tijd spenderen om de juiste zetten te vinden, dit lukte en hij verdedigde sterk. Beetje bij beetje konden de stukken van zwart hun uitweg vinden. Toen de koning in veiligheid was ontstond er zelfs een tegenaanval waar wit vrij weinig tegen kon doen. Hierna werd de handdoek in de ring gegooid.
Bord 2 Sieb Brouwer – Corjan Nota 1-0
Brouwer opende de partij met d4 en na Pf6 stond de Trompowsky op het bord. Zwart besteedde veel zetten aan de witte loper afruilen op g2, maar kwam daardoor niet lekker uit de opening. Wit had via de halfopen b-lijn veel druk op b7 en sterk gepositioneerde dame op f5. Na een tactisch middenspel gaat zwart het eindspel in met een pion meer. Wit heeft echter compensatie vanwege de betere positie van zijn stukken. Het witte paard op f5 domineert de zwarte loper en witte torens hebben nog steeds druk op b7. De activiteit van wit is genoeg om twee pionnen te winnen en zwart bezwijkt uiteindelijk onder de druk.
Bord Stefan Blom – Jelle Bijleveld 0-1
De partij begon met de Scotch. Wit speelde vervolgens erg aanvallend op de koningsvleugel, en dus besloot Bijleveld te rokeren op de damesvleugel. Hier maakte hij echter een desastreuze fout door te missen dat wit een pionnetje kon slaan, wat uiteindelijk resulteerde in het verlies van een zwarte toren voor een wit paard. Zwart gaf echter niet op en dat werd beloond. In het eindspel maakte wit een fout die resulteerde in 6 pionnen + loper van zwart tegenover 4 pionnen + toren. Die positie wist zwart uiteindelijk te winnen.
Bord 4 Rob Boss – Jeroen Smits 0-1
Boss opende de partij met zijn bekende London opening. Beide kanten kwamen prima uit de opening. Wit had echter het gevaar van de halfopen a-lijn onderschat nadat de dames van het bord waren. Na 12. b4 kon de zwarte toren binnendringen op a3 en dat bleek voor de rest van de partij erg lastig. Toen op zet 23 de witte a-pion viel was de partij afgelopen.
Bord 5 Frits Kok – Marijke Kok 0-1
Marijke Kok (ooit bij de jeugd 2e van Nederland) opende Weens tegen haar naamgenoot, een opening die Frits niet heel goed kende maar volgens Marijke wel goed maar passief speelde. Toen Frits alle dreigingen onder controle leek te hebben liet hij toe dat Marijke haar dame zijn stelling liet binnendringen. Dat kostte een pion maar Frits kreeg kansen aan de andere kant van het bord, in tijdnood leek het zelfs mat te worden. De beroemde laatste fout werd door Frits gemaakt en Marijke kon een pion promoveren
Bord 6 Martijn Kruiswijk – Hans Bakker 1-0
Martijn speelde zijn tweede partij in de competitie met wit tegen Hans Bakker. Met de Spaanse variant van het vier paardenspel bouwden de twee spelers de partij solide op. Afruilen in het middenspel maakte de lopers van Hans passief en Martijn wist zijn activiteit verder uit te bouwen met druk op de koningsstelling door loper en dame. Uiteindelijk leverde dit een pion op. Het toreneindspel met een pion meer dreigde lang op een remise uit te lopen. Uiteindelijk wist Martijn de vijandige koning weg te krijgen voor zijn pionnen en gaf Hans op.